De foto ging de hele wereld over en al snel gingen media op zoek naar de vrouw op de foto, schreef de NOS vorige week. De foto was een van de eerste foto’s van de aanslag in Zaventem, en toonde een daarbij gewond geraakte stewardesse. Nieuws? Zeker. Maar wel nieuws waarbij deze dame in haar ondergoed in gewonde toestand herkenbaar in beeld is. Moet dat nou? Mag dat nou?
In feite zijn dit dezelfde vragen. Het mag (juridisch) omdat het moet (van de nieuwswaarde). Iets formeler gezegd: er is hier sprake van een botsing tussen twee grondrechten, de uitingsvrijheid van de journalist en de privacy van de persoon in beeld. Die twee grondrechten zijn gelijkwaardig, dus je kunt alleen concluderen dat het mag op basis van een afweging van alle argumenten voor en tegen. Het is niet zo dat de privacy altijd wint of juist dat als het nieuws is, je het maar moet slikken als je in beeld bent.
De grote argumenten vóór zijn de urgentie en het belang van het nieuws. Dit gebeurt nú en hier zie je wat er gebeurt. Dergelijke argumenten rechtvaardigen al heel snel het tonen van het beeld. Beeld zegt veel meer dan woorden, zeker bij urgente en belangrijke, schokkende zaken.
Daar staat tegenover dat het hier niet gaat om een bekend persoon, of zelfs maar een specifiek ‘doelwit’ waardoor je zou kunnen zeggen dat de identiteit van deze dame ertoe doet. Het was een ongerichte aanslag immers. En dan voelt het als een kleine moeite om even een blurcirkel over haar gezicht te halen. Dus waarom dat niet even gedaan? (Terzijde: ik vond ooit een fotocollage waarbij in de VS alleen de borsten en in Europa alleen het gezicht van een selfie waren geblurd.)
Maakt het nog uit dat de foto op Facebook stond? Dat denk ik hier niet. Het was immers de fotograaf die deze op Facebook zette, niet de geportretteerde. Als je zelf welbewust een privéfoto geheel publiek zet, en deze foto blijkt nieuwswaarde te hebben, dan is een privacyargument om publicatie tegen te houden nauwelijks nog denkbaar. Maar wat de fotograaf doet met het portret, is volstrekt irrelevant voor het portretrecht van degene op de foto.
Het portretrecht noemde ik inderdaad niet in de analyse. Dat staat wel in de wet (art. 19-22 Auteurswet) maar in feite is dat niet meer dan een uitwerking van de algemene regel over die botsende grondrechten. Bij een portret als deze – wat de wet een “portret anders dan in opdracht” noemt – moet bij publicatie een afweging worden gemaakt van de belangen voor en tegen publicatie. De voornaamste aanvullende waarde van het portretrecht is bij het portret in opdracht (dan geldt een publicatieverbod zonder toestemming) en bij andere belangen dan privacy (bv. het gebruik van een BN’er in reclame).
Alles bij elkaar denk ik dat het tonen van de foto wel door de beugel kon. De actualiteit en ernst rechtvaardigen dat, en het blurren kost net even meer tijd en tast misschien toch de zeggenschap van het beeld aan. Ik snap alleen niet wat de nieuwswaarde is van vervolgens gaan achterhalen wie deze dame is, waar ze werkt en wat ze aan het doen was?
Arnoud
Afkomstig van de blog Internetrecht door Arnoud Engelfriet. Koop mijn boek!
Het volledige artikel bekijken